Het aantal aangesloten apparaten in de zorg blijft groeien. De connectiviteit daarvan is geen luxe of ‘nice to have’ meer. Deze aangesloten zorg apparatuur ondersteunt namelijk kritieke, medische processen. Snel medische dossiers inzien, digitaal samenwerken, data verzamelen van IoT-devices: allemaal spelen ze een cruciale rol bij het leveren van goede zorg. Tegelijkertijd maken al die verschillende devices netwerkbeheer complex en arbeidsintensief. Tijd om na te denken over de volgende stap in het beheer van je IT-infrastructuur.
Niet alleen je primaire zorgproces heeft betrouwbare, veilige connectiviteit nodig. Ook al je secundaire processen – HR, finance, logistiek, facilities – zijn ervan afhankelijk. Je personeel, patiënten en bezoekers hebben bovendien hun eigen devices bij zich. En ook zij willen een veilige, soepele ervaring. Videobellen met het thuisfront, bijvoorbeeld, na een operatie.
Het IT-team is druk bezig mm al die apparaten, apps en gebruikers optimaal verbonden te houden, via zowel het WLAN en LAN. Ze maken veel meters (vaak zelfs letterlijk) om alles veilig en draaiende te houden. Maar eigenlijk hebben ze te weinig overzicht over het netwerk en de prestaties ervan. Ook is het vaak lastig om centraal grip te krijgen op compliance en security.
‘Zul je net zien: nu doet hij het weer.’
Iedere netwerkbeheerder kent het: je wordt bij een terminal geroepen die geen verbinding heeft. Alleen, zodra je er bent, doet alles het gewoon. De zorgmedewerker die het probleem constateerde had het op dat moment druk en deed de melding dus pas uren later. Hoe is het apparaat op het netwerk gekomen? Waar was het verbonden? Met welk access point en welke switch? Wat was de kwaliteit van de verbinding? De details van het probleem zijn niet meer te achterhalen, en de storing is lastig te reproduceren. Er zit niets anders op dan óf te wachten tot de verbinding weer wegvalt, óf gebruikers te vragen je er weer bij te roepen als het probleem terugkomt. Een frustrerende en tijdrovende manier van werken.
Zeker omdat de data die je nodig hebt in feite al in je netwerk zit. Ergens in je logs staat precies wat er gebeurde en wanneer. Stel je voor dat je een tool hebt die deze data aggregeert zodat je direct een diagnose kunt stellen. Wat ging er mis? Wanneer was dat? Welke gebruiker en welke applicaties waren erbij betrokken? Dan kun je in een oogopslag zien wat het probleem is en wat de mogelijke oplossing is.
Software-defined networking: voorkom de fouten in plaats van ze op te lossen
Maar beheertooling moet meer doen dan alleen fouten opsporen. Het voorkomen van fouten is nog veel belangrijker. Veel fouten op je netwerk vinden hun oorzaak in verkeerde of verouderde configuraties, omdat de huidige netwerken in ziekenhuizen en andere zorginstellingen niet meer handmatig te beheren zijn. Te complex, te veel werk, te foutgevoelig. Daarom stappen de meeste grote organisaties, in de zorg en daarbuiten, over op Software Defined Networking (SDN), waarbij centraal beheerde ‘policies’ bepalen hoe specifieke devices geconfigureerd worden. Dat betekent dat ieder nieuw device automatisch goed geconfigureerd wordt. Het maakt dus niet meer uit of je 1 WiFi-router aansluit of 500. Door het aggregeren en toegankelijk maken van performancedata van je netwerk krijg je ook een veel beter idee van de ervaring van je gebruikers. Je ziet, zonder zelf analysewerk te hoeven doen, welke verbindingen, devices, locaties of apps de meeste problemen geven. Je weet zeker dat alle brandmelders goed communiceren met hun basisstation. En als ze niet online zijn, krijg je een alert. Zo los je problemen op voordat je er serieus last van krijgt.
Hoe AI en Machine Learning je helpen
Een paar jaar geleden kwam Cisco DNA Center op de markt, de volgende generatie beheertools voor campusnetwerken. DNA Center helpt IT-beheerders om sneller bij de oorzaak van netwerkproblemen te komen. Ook kunnen ze met DNA Center hun netwerken sneller en veiliger uitbreiden en aanpassen. Het platform analyseert met Machine Learning alle data uit je netwerk en geeft je een overzicht van hoe het functioneert, bijvoorbeeld in de vorm van health-scores en prioriteitenlijstjes. Zo kun je je concentreren op de issues die het meeste impact hebben op de ervaring van je gebruikers. En dat is hard nodig, want je werklast neemt alleen maar toe en technische mensen zijn moeilijk te vinden. Cisco DNA Center helpt je ook door het simpel te maken om configuraties uit te rollen per locatie of per gebouw, in plaats van per apparaat. DNA brengt daarnaast de controle over compliance en security samen in een centrale console en houdt je netwerk veilig door centraal en geautomatiseerd de juiste security-updates uit te rollen.
Van Prime naar DNA: een grote stap, maar toch ook weer niet
Misschien werk je nu met Cisco Prime en heb je dus al een netwerkoplossing van Cisco in huis. Dat geeft je een enorm voordeel, want we hebben het overstappen van Prime naar Cisco DNA Center zo makkelijk mogelijk gemaakt. Je kunt, dankzij een standaard migratieproces, alle voordelen van DNA Center krijgen, zonder je hele netwerk te hoeven veranderen. De stap naar DNA Center is dan dus een grote stap voorwaarts en valt organisatorisch enorm mee, terwijl financieel de investering vaak onbewust al gedaan is
Daar staat tegenover dat de groei van je netwerk en het aantal apparaten, gebruikers en applicaties niet stopt. Iedere dag wordt je netwerk weer een beetje complexer. Daarom moet je stappen blijven maken. Blijven investeren in inzicht, overzicht en de mogelijkheid om snel met oplossingen te komen.
5 redenen om over te stappen:
1)
Meer inzicht in je hele campusnetwerk. Met Cisco DNA haal je alle beschikbare data uit je LAN en WLAN. DNA brengt die data samen en maakt ze visueel en actionable. Je ziet dus niet alleen precies wat de toestand van je netwerk is, maar je kunt meteen de nodige maatregelen nemen en het belangrijkste werk eerst inplannen.
2)
Effectiever troubleshooten. Met de data in DNA kun je eindelijk tijdelijke storingen goed terugzien. Je ziet wat er misging, wanneer het misging, wie er ingelogd was en welke apps er draaiden. Dus kun je sneller uitvinden wat het probleem is. Je hoeft ook niet meer te wachten tot gebruikers bij je komen met problemen, want DNA geeft je proactief een lijst met issues om naar te kijken, gesorteerd op prioriteit.
3)
Compliance en security vanuit één centrale omgeving. Je bepaalt op abstract niveau wie waarbij mag. Op basis van rollen, gebruikers, locaties of (type) devices. DNA weet dan dat een kantoorgebruiker niet bij medische apparatuur mag en past die regel zelf geautomatiseerd toe.
4)
Heldere dashboards. Niet meer door logs scrollen, maar grafische dashboards die simpel met rood, geel en groen aangeven hoe het er met je netwerk voorstaat.
5)
Automatisch nieuwe hardware en devices toevoegen op het netwerk. Als je policies duidelijk gedefinieerd zijn, is het toevoegen van hardware en devices een kwestie van inpluggen. DNA kan daarbij de principes van zero-trust hanteren: een nieuw device mag niets, totdat DNA ziet wat voor systeem het is en waar het vandaan komt. Want het maakt nogal uit of iets een deursensor is, een hartbewakings-apparaat of een iPad.
Authors
