Het internet heeft zo’n impact op onze samenleving dat het een waardemeter is geworden voor sociaaleconomische ontwikkeling en innovatie.
HME2. Dat is de gebruikersnaam waarmee de Britse koningin Elizabeth II zo’n veertig jaar geleden als eerste staatshoofd een e-mail de wereld instuurde. Inmiddels heeft ze zo’n 3,2 miljard mede-internetgebruikers. Het globale dataverkeer totaliseert dit jaar 1,1 zettabyte. Tegen 2020 verdubbelen we dat nog eens. Het internet heeft zo’n impact op onze samenleving dat het een waardemeter is geworden voor sociaaleconomische ontwikkeling en innovatie.
Daarin spelen overheden een grote rol, stelt het Wereld Economisch Forum in zijn jaarlijkse Global Information Technology Report. Het WEF-rapport rangschikt landen volgens de Networked Readiness Index, die hen evalueert op het optimale gebruik van informatie- en communicatietechnologie in de breedbandeconomie.
België min of meer status-quo op Networked Readiness Index
België schuift dit jaar één plaats op en staat op een 23ste plaats, net voor Frankrijk. Traditioneel doen onze Benelux-vrienden het een stuk beter, met Nederland op een 6de plaats en het Groothertogdom Luxemburg als 9de op de lijst.
Onderwijs van het hoogste niveau
Als we de cijfers voor ons land analyseren, zit België voor de meeste categorieën van de index in de Europese middenmoot. Het WEF looft we het Belgische onderwijs, dat volgens het rapport optimaal inspeelt op de noden van een competitieve economie en de basis vormt om als land effectief gebruik te maken van ICT. Het vertaalt zich in een vijfde plaats op honderdnegenendertig landen.
Ons land heeft dan ook ’s werelds allerhoogste inschrijvingsratio voor secundair onderwijs, de tweede beste managementscholen en de derde beste wiskundige en wetenschappelijke opleiding na Singapore en Finland.
Overheid moet tandje bijsteken
Het WEF schat gebruik van ICT door de overheid – en het belang dat zij hecht aan de rol van ICT in welzijn en in economische competitiviteit – veel minder hoog in, al staan we met een 42ste plaats een trapje hoger dan vorig jaar. Luxemburg staat ook hier op een negende plaats, en ook Frankrijk doet veel beter met een 15e plaats. Nederland staat 14e.
Onze buurlanden steken ons dan ook ver voorbij inzake ICT-overheidsbeleid, de internationale technologische competitiviteit en online overheidsdiensten. Frankrijk prijkt in online dienstverlening helemaal bovenaan, België is 31e. Het WEF vindt ons digitale visieplan voor de toekomst middelmatig wat zich weerspiegelt in een 52e plaats, net na Montenegro en net voor Oeganda.
Volgens de EU gaan onze online overheidsdiensten er wel licht op vooruit. In de Europese Digital Economy and Society Index stijgen onze digitale overheidsdiensten van een dertiende naar een tiende plaats in de Europese middenmoot.
Telecom duur in Europa
Oostenrijk buiten beschouwing gelaten doen alle Europese landen het allen opvallend slecht op vlak van betaalbaarheid van internettoegang en de competitiviteit in de telefonie- en internetsector. Voor vast internet scoren we een 59e plaats, mobiel vallen we met een 92e plaats bijna uit de top-100. Inzake betaalbaarheid scoren we ook in de DESI-index van de EU met een vijftiende plek niet goed.
Hoger mikken met digitale agenda
Het Global IT Report van het Wereld Economisch Forum toont aan dat het economische succes van een land recht evenredig is met zijn digitale maturiteit. In de algemene DESI-index voor digitale competitiviteit zet de EU België op een vijfde plaats. Onze minister van digitale zaken Alexander De Croo mikt hoger: hij ambieert de top-3, met een digitale agenda rond connectiviteit, e-business, cybersecurity, opleiding en e-government.
Wij zouden daar nog internet of things aan toevoegen, waar België véél beter op kan scoren. We willen niet alleen opvallen met foto’s van poezen, we willen van België de digitale spil van Europa maken. Voorlopig beloont het WEF de digitale inspanningen van het kabinet De Croo nog niet.
Authors