Cisco Nederland
Deel

Alle Datastromen Verbinden


1 September 2017


Interview met Hendrik Blokhuis, DVN Program Director Cisco Nederland

Waarom is het DVN-programma zo belangrijk voor Nederland?
Het programma Digitale Versnelling Nederland (DVN) is de Nederlandse invulling van het wereldwijde Country Digitization Acceleration-programma van Cisco. Daarbij gaat het om een langetermijn partnership met de ‘nationale leiders’. Dus de overheid, maar ook de industrie, universiteiten en andere onderwijsinstellingen, belangenorganisaties, zorggroepen, etc. In feite dus alles waar een maatschappij en economie op draait. De keuze om met een land een dergelijk programma te starten, hangt ervan af of een land een duidelijke visie heeft op digitalisering. En daarin zijn we behoorlijk selectief. Het draait om de vraag of een land de noodzaak inziet van digitalisering en slimme technologie om uitdagingen rond maatschappelijke groei aan te pakken.

Nederland heeft al sinds jaren een hele duidelijke digitaliseringsagenda en er is deze zomer een nieuwe agenda gepubliceerd door de overheid. Dat is een prachtig raamwerk waarin de overheid, geleid door economische zaken, aangeeft wat hun visie en strategie voor de komende jaren is voor wat betreft digitalisering. En de speerpunten die daarin centraal staan, komen naadloos overeen met de belangrijkste thema’s van Cisco. Bijvoorbeeld gezondheidszorg, educatie, infrastructuur en security. Cisco wil nu met een gericht investeringsplan Nederland op een aantal van die deelgebieden ondersteunen.

In de nieuwste digitaliseringsagenda staan een aantal concrete doelstellingen die voor ons aanleiding waren om het DVN-programma op te zetten. Minister Schippers wil bijvoorbeeld dat 75 procent van de chronisch zieken in staat moet zijn om onafhankelijk vanuit huis met zorgverleners te overleggen, via videoconferencing. Dat is natuurlijk en prachtige, zinvolle toepassing van technologie en een waar wij een concrete bijdrage aan kunnen en willen leveren. Zo zijn er meer doelstellingen waaraan wij met dit programma willen bijdragen.

Een van de onderdelen van het DVN-programma is samenwerking met StartupDelta. Waarom en hoe gaat dat eruit zien?
In Nederland hebben we enorm veel startups, die met hele mooie innovaties komen. Die startups zijn behoorlijk succesvol in ons land, maar hebben vaak moeite om verder te groeien en internationaal door te breken. Dat heeft ook te maken met het feit dat venture capitalists wat huiverig zijn om te investeren in die Nederlandse startups. Als je kijkt naar het aandeel venture capital in ons BNP, is dat maar 0,26 procent. En daarmee lopen we ver achter op andere leidende Europese landen, waar dit aandeel gemiddeld 0,76 procent bedraagt. Men is voor Nederlandse startups terughoudend als het gaat om de tweede of derde investeringsronde. Dat heeft er onder andere mee te maken dat Nederlandse startups vaak alleen in de Nederlandse markt denken, dus niet internationaal. En venture capitalists zien de Nederlandse markt als veel te klein. Vergelijk je dat met hoe startups in bijvoorbeeld Silicon Valley dit aanpakken, dat zie je een duidelijk verschil. Die praten er meteen over hoe ze de wereld gaan veroveren, hoe ze het leven van miljarden mensen gaan veranderen. Die hebben een veel bredere blik en weten zich vaak ook beter te verkopen. Samen met StartupDelta willen daar verandering in brengen, door verschillende projecten aan te pakken. Tijdens de Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas hebben er bijvoorbeeld meetings plaatsgevonden met Prins Constantijn, onze startupambassadeur. Maar je moet ook denken aan educatie op dit gebied. De komende jaren zullen we diverse initiatieven opzetten die onze startups een stap verder gaan helpen.

Hoe wil Cisco het DVN-programma voor de diverse deelgebieden concreet gaan invullen?
Als je bijvoorbeeld kijkt naar de gezondheidszorg, dan gaan we met ziekenhuizen en zorginstellingen concrete projecten opzetten op het gebied van ‘remote care’, oftewel zorg op afstand, digitalisering, etc. Op het gebied van educatie willen we de komende vier jaar 76.000 mensen gaan opleiden voor ICT- en gerelateerde functies. Dat doen we via onze Networking Academy waarbij we bijvoorbeeld het aantal instructeurs met een factor vijf gaan vermenigvuldigen. We gaan het aantal Academy’s ook verdubbelen tot 170. Om dat te bereiken gaan we het curriculum uitbreiden en gaan we nieuwe onderwijsinstellingen benaderen. Je kan ook denken aan citydeals zoals de overheid al eerder maakte, bijvoorbeeld met Groningen. Het UWV is een mogelijke partner, zodat mensen zich kunnen omscholen. Allemaal stappen om de ‘digital divide’ te verkleinen en het huidige tekort van 40.000 ICT-specialisten terug te dringen.

Op het gebied van infrastructuur zijn we al in gesprek met een aantal belangrijke nationale infrastructuurhubs, om te kijken hoe we die slimmer kunnen maken. Dan moet je denken aan bijvoorbeeld luchthavens, zeehavens, het wegennet. Via slimme sensoren en een betere informatievoorziening willen we zorgen voor een betere doorstroming, voor effectievere overslag van goederen. Nederland is op sommige gebieden al koploper in Europa. Zo ligt er langs al onze snelwegen nu glasvezel, dat is echt uniek. Het probleem is dat alle informatie die wordt verzameld, op dit moment vaak nog zit opgeslagen in aparte silo’s. In veel gevallen zijn het nu nog pilotprojecten en proof-of-concepts, maar met ons platform kunnen we al die datastromen met elkaar verbinden. Van auto naar auto, van auto naar roadside, tussen haven en snelweg en ga zo maar door. Op die manier kan informatie veel zinvoller worden gebruikt om uitdagingen rond infrastructuur op te lossen.  En dat is precies waar we een volgende grote stap kunnen gaan zetten. Zo willen we een van de belangrijkste infrastructuurdoelstellingen van de overheid helpen realiseren, namelijk een 10 procent kortere reistijd voor de drukste gebieden in ons land.

Is er een gebied dat jouw speciale interesse heeft?
Alle deelgebieden zijn belangrijk voor Nederland en gaan mij aan het hart. Maar er is er wel een die mij zorgen baart en dat is cybersecurity. Zeker als je kijkt naar wat er nu gebeurt op het internationale politieke vlak, is er echt een noodzaak tot het beveiligen van ons land, van ons dataverkeer, van onze infrastructuur. We zijn alles aan het digitaliseren. Dat is prachtig en biedt ongekende kansen, maar het moet wel veilig gebeuren. Op dit moment wordt de schade voor de Nederlandse economie door cybercriminaliteit geschat op maar liefst 11 miljard euro en dat bedrag zal verder toenemen. Dus daar moeten nu echt stappen worden gezet en daarom is dit een belangrijke pilaar van het DVN-programma. We werken op dit gebied al samen met de Hague Security Delta, het grootste securitycluster in Europa, om ze te ondersteunen bij het opstellen van een nationaal cyberveiligheidsbeleid.

Cisco is ook echt de partij om dit aan te pakken. We hebben de oplossingen, maar we kunnen ook informatie en best practises delen. Bijvoorbeeld hoe wij als Cisco onszelf beschermen met al onze internationale vestigingen over de hele wereld. En we kunnen partijen met elkaar verbinden en ervaringen delen van projecten in andere landen. Met name die verbindende rol is erg belangrijk.

Wordt het DVN-programma in Nederland anders aangepakt dan in andere landen?
De basisaanpak is in alle landen hetzelfde, namelijk samenwerken met de nationale leiders en investeren in belangrijke gebieden. Er zitten wel verschillen in de accenten. In Nederland hebben we aangehaakt op de onderwerpen in de Digitale Agenda. Andere landen hebben hun eigen specifieke uitdagingen of kansen. In Duitsland ligt de nadruk bijvoorbeeld veel meer op Industrie 4.0, terwijl in Italië Food & Agriculture een belangrijk aandachtsgebied is. Dat is dus anders dan in Nederland.

Ligt Nederland op digitaal gebied voor op andere landen waar jullie dit programma draaien?
Jazeker. Zo is de ‘e-readiness’ van Nederland al uitstekend. Dat is ook een van de redenen dat Nederland hiervoor is geselecteerd. We doen het waanzinnig goed als je kijkt naar de digitale fundering. Maar ik vergelijk het soms wel eens met een atleet die helemaal klaar en gespannen in de startblokken staat, maar dan vergeet te vertrekken. Dus als je een ‘e-Go’ lijstje zou maken, van landen die concreet met grootschalige digitale projecten aan de slag gaan, dan zou Nederland op dit moment niet heel hoog eindigen. We hebben moeite met procesinnovatie en we hebben ook een sterke overlegcultuur, wat niet altijd het beste werkt voor innovatie. We kunnen nu met dit specifieke digitale investeringsplan de daadwerkelijke implementatie van digitalisering stimuleren. En daar liggen dan ook de kansen. We kunnen gezondheidszorg anders gaan aanpakken, het onderwijs anders gaan aanpakken, op een andere manier onze verkeersstromen gaan regelen. Technologie kan dat allemaal mogelijk maken, maar het vraagt ook om cultuur- en procesveranderingen. En dat is vaak wat lastiger in Nederland. Het positieve is wel dat je nu meer en meer de urgentie ziet toenemen. De wil is er gelukkig , ook vanuit de overheid, om zaken nu echt aan te pakken.

Meer weten over de Digitale Versnelling Nederland? Bezoek www.cisco.nl/dvn

 

 

Reageer